Trauma, ziekte, herstel, deel 2
Ze zat tegenover mij, aan de andere kant van mijn buro. Een verzorgde dame, al wat verder op leeftijd. Ik voerde het intakegesprek voor de revalidatie met haar. Opvallend daarbij was het geluid van haar telkens bewegende benen onder het buro. Grote onrust aldaar, wat was dit?
Verderop gedurende haar revalidatieperiode sprak ik haar uitgebreider. Ze vertelde mij over de goede band die zij als meisje had met haar moeder. Maar haar moeder werd ziek, ernstig. Als jong tienermeisje kwam ze een keer uit school. Ze zag haar moeder zitten. Ernstig aangedaan door de ziekte waar ze aan leed. Ze schrok hevig. Voor haar was dit beeld zeer beangstigend. En overweldigend. Ik dacht aan haar benen: had ze misschien hard weg willen rennen? Na een tijd overleed haar moeder. Er was niemand voor haar. Ze moest enige tijd later van haar vader ook haar ouderlijk huis verlaten. Daar stond ze dan: alleen in de wereld.
Jarenlang leefde zij door en lukte het haar om haar eigen leven op te bouwen. Uiteindelijk, vele jaren later, kreeg ze serieuze gezondheidsproblemen. Na een periode in het ziekenhuis kwam ze in de revalidatie. In een gesprek dat ik met haar had, gaf ze aan nog andere fysieke problemen te hebben. Ze durfde echter niet naar een arts te gaan, uit angst voor het allerergste (de ziekte van haar moeder)….na ons gesprek nam ze deze stap toch, en gelukkig viel het mee….
De laatste tijd is er meer aandacht voor trauma, sommigen vinden dit terecht, anderen niet. Daar is veel over te zeggen, ik houd het hier echter bij een korte samenvatting: Trauma ontstaat door wat een gebeurtenis binnen iemand teweegbrengt. Deze gebeurtenis was voor iemand te bedreigend, te heftig, te plotseling en teveel. Waardoor verwerking of integratie ervan niet lukte. Het kan daarbij gaan om zaken als een eenmalige acute heftige gebeurtenis (zoals natuurrampen, ongelukken, evenals om schijnbaar onschuldige situaties die voor anderen misschien niet betekenisvol lijken). Maar ook om aanhoudende bedreiging door gevaren van buitenaf (zoals bij kinderen die verwaarloosd of mishandeld worden), ontwikkelingstrauma. Er zijn factoren die beïnvloeden of we al dan niet getraumatiseerd raken, zoals hoeveel steun we van anderen ervaren en welke mogelijkheden we hebben. Duidelijk zal zijn dat jongere kinderen en baby’s minder mogelijkheden hebben en daarom gevoeliger zijn voor traumatisering.
Bij mensen onstaan trauma’s, doordat de begonnen instinctieve reactie om energie te ontladen (zoals bijvoorbeeld hard wegrennen bij gevaar/bedreiging, wat mogelijk speelde in het voorbeeld hierboven) niet werd voltooid. Deze energie wordt dan vastgehouden in het zenuwstelsel, wat kan leiden tot allerlei symptomen. Deze proberen de overgebleven energie in bedwang te houden. Hoe langer deze symptomen aanwezig zijn, hoe meer en chronischer de gevolgen zijn. In therapie kan gewerkt worden aan de ontlading van deze energie. Door de onafgemaakte beweging alsnog af te ronden.
Trauma leidt tot veranderingen in het lichaam, hersenen en zenuwstelsel, over dat laatste zal mijn volgende blog gaan. Een belangrijk kenmerk is de ontkoppeling tussen lichaam en psyche. Getraumatiseerde mensen verliezen vaak het contact met hun lichaam. Velen vluchten in hun hoofd. De afsnijding van onze innerlijke ervaring is bedoeld om ons te beschermen tegen overweldigende sensaties en emoties.
Een belangrijke vraag voor onszelf is hoe wij in contact zijn met ons lijf. Wat is daar allemaal te voelen? In de hartrevalidatie hoorde ik van veel mensen dat ze niet stil konden zitten. Opmerkelijk, wat gebeurde er op die momenten van stil zijn? Mensen kunnen dan een soort van onrust/rusteloosheid ervaren. Stilstaan bij eigen fysieke sensaties kan beangstigend zijn. Getroumatiseerde mensen voelen zich vaak chronisch onveilig in hun lichaam, door de innerlijke waarschuwingssignalen. Ze proberen deze te reguleren door deze te negeren. Stress opmerken of benoemen lukt dan vaak niet meer, vervolgens kunnen ze andere fysieke problemen krijgen.
Toxische stress waar bij trauma sprake van is, heeft invloed op celnivo en kan leiden tot ziekmakende processen in het lichaam (die helaas niet verdwijnen door een eventuele operatie). Uiteindelijk kan dit leiden tot hart- en vaatziekten, vormen van reuma, auto-immuunziekten en kanker. Tenslotte kan het onstane overlevingsgedrag (bedoeld om de getraumatiseerde delen onder controle te houden- denk aan bijvoorbeeld veel werken en bezig zijn- leiden tot te grote belasting van het lichaam. Hoe langer dit duurt, hoe meer energie dit het lichaam kost en hoe meer beschadiging er ontstaat. Medische zorg kan dan uiteindelijk noodhulp worden.
Trauma’s worden lang niet altijd herkend. Misschien ligt een eerste sleutel in het gaan herkennen hiervan. Wat zou dit voor positieve invloed kunnen gaan hebben op allereerst onze eigen gezondheid, op onze naasten, en ook voor onze gezondheidszorg en alle kosten daarvan?