Trauma, ziekte, herstel, deel 1

Als kind van drie jaar oud kon ik me heel benauwd voelen, naast nog andere klachten die ik had zoals piepen en hoesten. Al jong bleek ik astma te hebben. Net als mijn moeder dat had. Gelukkig ben ik dit verderop in mijn kindertijd weer kwijtgeraakt. Ik kwam dus al jong in de medische wereld terecht: artsenbezoek, onderzoek, behandeling. Voor mij werd dat onder andere drie keer per week sporten. Dat leidde tot leuke ervaringen: zwemmen in het warme buitenbad van het astmacentrum met in de winter echte sneeuw op de kant. En springen op een heel groot luchtkussen. Misschien is het niet zo vreemd dat ik vele jaren later kwam te werken in de hartrevalidatie, waar sport een belangrijk onderdeel is.

In de ruim zes jaar die ik in de hartrevalidatie heb gewerkt, heb ik gesproken met enkele duizenden mensen. Over hun gezondheid, (omgaan met) lichamelijke klachten, behandeling, hun gedachten en emoties. Standaard vroegen we naar stress in hun leven en hoe ze met situaties omgingen. Vaak kwamen in de gesprekken haast vanzelf ingrijpende ervaringen uit hun kindertijd of tijdens hun latere leven aan de orde.

Dit versterkte bij mij de indruk dat psyche en lichaam met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. En dat lichaam en psyche dus niet los van elkaar staan, zoals dat binnen het ‘dualistische denken’ gezien wordt. De splitsing tussen lichaam en ziel is nog steeds één van de uitgangspunten van de moderne medische wetenschap. Volgens Franz Ruppert (een bekende duitse psychotherapeut) is dit dualisme zelf al het gevolg van trauma: getraumatiseerde mensen verliezen volgens hem de relatie met hun lichaam en vluchten in hun hoofd. Hier zal ik een volgende keer uitgebreider op ingaan.

Ik besloot mijn eindscriptie voor de opleiding integratieve (psycho)therapie te gaan schrijven over het onderwerp ‘trauma en herstel bij hart en vaatziekten’. Hiervoor ben ik literatuuronderzoek gaan doen. Daarbij kwam ik boeken tegen van inspirerende schrijvers, zoals Gabor Maté, Franz Ruppert, Bessel van de Kolk, Peter Levine en Stephen Porges. Gabor Maté sprak als arts (onder andere in de palliatieve zorg) veel mensen met diverse ziektebeelden. In zijn boek ‘Wanneer je lichaam nee zegt’ gaat het over de verbinding tussen lichaam en psyche. Over de samenhang tussen lichamelijke aandoeningen en psychische factoren.

Maté schrijft over de effecten van (verborgen) stress op onze gezondheid. Met name die effecten van stress die voortkomen uit ‘de programmering die we als kind hebben ondergaan’. Deze diende eerst als zelfbescherming als jong kind in een omgeving waar dit nodig was, en werd vervolgens een persoonlijkheidspatroon. Hoe we omgaan met emoties (denk aan onderdrukking daarvan) en stress, heeft invloed op ons lichaam. Volgens Maté kan bewustwording daarvan voorkomen dat we daar slachtoffer van worden (hij benoemt expliciet daarbij dat er geen sprake is van schuld). Aan deze bewustwording draag ik graag bij. In een aantal blogs zal ik hier achtereenvolgens over schrijven.

Vorige
Vorige

Groei

Volgende
Volgende

Storm